In kleermakerszit leun ik tegen de stam van de Wegwijzer aan. Vandaag mediteer ik bij deze wijze, bevriende eik. Ik heb me genesteld tussen zijn wortels, op een matje van mos. Om ons heen staat heide in bloei. De subtiele geur van deze planten mengt zich met een vleugje jeneverbeslucht. Ik adem diep in en heel langzaam weer uit.
Ergens op de achtergrond hoor ik gezaag. Een opdringerig, naar geluid. Direct laat mijn buik weten: dit is niet oké. Mijn aandacht gaat naar de plek waar het geluid vandaan komt. Nu voel ik een enorme klem in mijn buik. Er gaat een boom sneuvelen. Waarom? Waarom blijven mensen bomen kappen? Snappen ze dan niet dat ze daarmee de natuur verwonden?! Ik word hier zo verdrietig van. Alleen maar omdat een boom niet leeft op dezelfde manier als een mens – je zult waarschijnlijk nooit een boom tegenkomen die een huis laat bouwen of in een auto stapt om boodschappen te doen – betekent dat nog niet dat de mens mag bepalen of een boom in leven blijft of niet.
Als bomen konden praten… De Wegwijzer brengt met tamelijk wat kracht mijn aandacht terug. Het lijkt wel alsof mijn hoofd, rug en stuitje in zijn stam worden gedrukt en mijn zitbeenbotjes in de grond zakken. Terwijl ik naar een daad van menselijke onbewustheid aan het luisteren ben, praat deze boom met me. Op zijn eigen manier.
Gelukkig maar dat bomen niet praten zoals mensen. Tijdens een boswandeling zou je waarschijnlijk gek worden van al het geklets om je heen. Geen idee ook waar ze het over zouden hebben.
“Heb je gehoord wat er met Kromme Jan gebeurd is?”
“Nee, vertel!”
“Getroffen door de bliksem.”
“Nee, echt?”
“Ja, zo ineens is het voorbij…”
“Wat je zegt… nou, blijf geworteld hè?”
Bomen communiceren anders. Misschien herken je het wel: je bent aan het wandelen en ineens trekt een bepaalde boom je aandacht. Zijn manier om kennis te maken met je. Op dat moment wordt een verbinding tussen jou en de boom actief. Een verbinding van energie. Een soort natuurlijke wifi waarmee bomen, dieren en mensen onderling kunnen communiceren.
Maar ja, de whatsappende mens weet niet meer hoe dit werkt. Ik kon er ook niets mee, tot een paar jaar geleden. Eerder moest ik altijd een beetje gniffelen om mensen die bomen knuffelen. Nu noem ik een boom als de Wegwijzer een vriend. Ik ervaar bomen als levende wezens die elk unieke eigenschappen hebben en hun eigen rol vervullen in het grotere geheel. Neem bijvoorbeeld dennen. Het valt me op hoe veel jonge dennen opkomen in nabij gelegen bossen, vooral daar waar bomen gekapt zijn. Dennen dragen bij aan vitaliteit, verkoeling en rust in hun omgeving. Zo vertelde een wat oudere den mij. Wanneer ik dan zo rondstruin door een bos, hoor ik bomen “praten”. Ze helpen inzichten door te geven die op dat moment relevant zijn. Wijsheid van de natuur die vanzelf binnenkomt, als je ervoor openstaat om te ontvangen.
“De essentie… dragen… verbinden… lucht… grond.” De Wegwijzer geeft iets belangrijks door. Kippenvel trekt over mijn hele lichaam. Er is geen Tree Translate of zoiets… Het duurt even voordat dit inzicht uit de energie omgezet is in menselijke woordjes. Langzaam vallen ze op hun plek. De essentie van bomen is dragen. Ze dragen het leven en de wereld. Als pilaren verbinden ze lucht en grond. Met hun kruin naar boven gericht en hun wortels naar beneden, helpen ze alle levende wezens met ademen en aarden.
Dat is nogal wat. Mijn eigen kruin is ook naar boven gericht, naar de indrukwekkende kroon van de Wegwijzer, en mijn “wortels” naar beneden naast die van hem. Het mos onder mij herinnert aan de zuiverheid van de lucht die ik in- en uitadem. Ik bedank mijn gewortelde vriend. Hoe mooi zou het zijn als mensen met bomen konden praten…